Stichting wijst de Texelse gemeenteraad op weidevogelfeiten
14 maart jongst leden nam de gemeenteraad van Texel een aantal opzienbarende besluiten rondom het thema weidevogels. Omdat dit Texel als vogeleiland aan alle kanten raakte, besloot de stichting een notitie op te stellen met daarin de juiste feiten rondom de achteruitgang van onze weidevogels. Een aantal mensen uit de agrarische lobby is van mening dat de landbouw niet zo’n grote rol speelt in de achteruitgang van de weidevogels, en dat de feitelijke achteruitgang vooral is toe te schrijven aan een aantal predatoren. Zij zijn dan ook van mening dat vooral die bestreden moeten worden.
De stichting Texel Vogeleiland is uiteraard van mening dat we onze weidevogels moeten behouden en waar mogelijk betere kansen bieden. Maar predatoren als hoofdoorzaak van de achteruitgang? Daar zijn we het niet mee eens. Ook denken we dat het alleen bestrijden van de predators niet zal helpen. Daarom maakten we een notitie voor de gemeenteraad zodat zij rustig alle feiten nog eens na kunnen lezen. We laten u hieronder graag meelezen.
Texel binnenkort geen Vogeleiland meer??
Dat is de vraag. VVD, CDA, Texels Belang, Texel 2010, Sterk Texel en Eilandbelang vinden dat ze boven de wetenschap staan en naar de boeren moeten luisteren om predatoren van de weidevogels te bestrijden. Hieronder onze visie waarom wij van mening zijn dat de gemeenteraad zich wel heel erg gemakkelijk voor het karretje van de Texelse boerenlobby laat spannen en het grotere geheel van Texel als Vogeleiland uit het oog verloren is.
Bestrijden van schadelijke predatoren lijkt een logisch iets te zijn, want wie wil er nu geen weidevogels in de gemeente? Texel is van oudsher een rijk weidevogeleiland geweest en is dat gelukkig op sommige plekken nog steeds. Om dit in stand te houden moeten de weidevogels beschermd worden. Dat vinden ook deze partijen, en heel de gemeenteraad. Dit is vastgelegd in de beleidsnotitie Natuur en Landschap van de gemeente Texel. Maar de manier waarop roept wel vragen op. Temeer omdat in de raadvergadering van 14 maart 2018 werd voorgesteld om een bepaalde passage in de beleidsnotitie Natuur en Landschap te schrappen:
“Deze achteruitgang hangt samen met schaalvergroting en intensivering in de landbouw, stelt het CBS. Daarbij gaat het om het omzetten van kruiden- en bloemrijk grasland in uniforme gedraineerde graslanden waar te vroeg en te vaak gemaaid wordt. Jonge vogels verliezen voedsel en dekking of worden domweg dood gemaaid. Uitbreiding van steden en infrastructuur wordt als een andere oorzaak voor de teruggang genoemd.”
De reden voor de gemeenteraad om deze passage te schrappen was:
“Wij vinden echter dat het CBS hier een zeer ongenuanceerde mening over de rol van de landbouw bij de achteruitgang van de weidevogels neerzet, zeker omdat er meerdere oorzaken zijn aan te wijzen. Wij vinden het onnodig confronterend en ook onterecht om de oorzaak eenzijdig bij de landbouw te leggen”.
De waarheid mag blijkbaar niet opgeschreven worden!
Hier blijkt wederom de invloed van de boerenlobby van een plattelandsgemeente. Texel leeft vooral van het (eco)toerisme maar wordt nog steeds geregeerd door partijen die het boerenbelang vooropstellen. In Nederland is al tientallen jaren bekend dat de weidevogels het meest te lijden hebben van ontwatering t.b.v. de landbouw, de toenemende intensivering van vroeger maaien, een hogere dichtheid van vee in de weide en het toenemende gebruik van (kunst) bemesting en bestrijdingsmiddelen, waardoor steeds meer bloemrijk grasland omgezet wordt naar monoculturen raaigras.
Dit zijn landelijke feiten die ook voor Texel van toepassing zijn. Maar op Texel wordt nota bene door de gemeenteraad geroepen: NEE hoor, dat vinden wij ongenuanceerd, het is niet terecht dat eenzijdig bij de landbouw te leggen. En op Texel denken de “boeren wetenschappers” te weten waar het wel aan ligt. Het ligt aan de kiekendieven, de buizerds, de Zwarte Kraai en de Kauwtjes. Natuurlijk spelen ook de ratten en de (verwilderde) huiskatten een rol. En of dat niet genoeg is, is in een ander amendement besloten dat ook de ganzen en de meeuwen tot de predatoren van de weidevogels behoren. En predatoren zijn er de oorzaak van dat de weidevogels zo achteruitgaan. Dat is volgens de “boeren wetenschappers” een feit.
Dus de gemeenteraad besluit in al haar wijsheid om de bestrijding van de predatoren tot prioriteit te verheffen. In het beleidsdocument stond namelijk (heel terecht) een opmerking dat uit onderzoek is gebleken dat bestrijding van predatoren slechts een zeer beperkt rendement heeft. Natuurlijk weten de boeren op Texel het beter (al dat eerdere onderzoek is nonsens) en dus werden de volgende wijzigingen door de gemeenteraad aangenomen:
1. De volgende tekst onder paragraaf 2.1, het kopje ‘Bestrijding Predatoren’, geheel te schrappen:
“Pas in een volgend stadium kan worden overwogen of door het tijdelijk reguleren van predatoren de weidevogelpopulatie zich sneller kan herstellen tot een zich zelf verdedigende groep. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat actieve bestrijding van predatoren van weidevogels slechts zeer beperkt rendement heeft.”
2. De volgende tekst onder Punt 5 onder ‘In de komende beleidsperiode:’ te verwijderen:
“Wordt nagegaan op welke wijze invulling gegeven kan worden aan de bestrijding van predatoren waaronder verwilderde katten;” en te vervangen door:
“Enkele pilots te starten op zo kort mogelijke termijn om de predatie door katten, zwarte kraaien en kauwen van legsels en kuikens van weidevogels substantieel te verminderen met alle wettelijke toegestane middelen.
Op Texel denkt de gemeenteraad de weidevogel te redden door andere vogels te gaan vervolgen. Misschien moeten de boeren raadsleden zich vooraf toch eens beter laten voorlichten. Zichtwaarnemingen van een kiekendief die een Grutto pakt of een Zwarte kraai die een nest uithaalt wil niet zeggen dat die predatoren verantwoordelijk zijn voor het steeds verder teruglopen van de weidevogelstand. Dat is inmiddels al meerdere malen door onderzoek aangetoond en ook is aangetoond dat bestrijding van deze vogelsoorten (predatoren) geen enkele zin heeft. Maar de boeren raadsleden op Texel hebben hier geen boodschap aan. Texel is een eiland, Texel is anders, dus hier hebben we geen boodschap aan onderzoeken en bevindingen van anderen.
RAADSLEDEN: Er is iets heel anders aan de hand met onze weidevogels:
In een notendop:
Weidevogels worden gemiddeld behoorlijk oud. Van oudsher hadden we ook op Texel een hele gezonde populatie weidevogels. Na de ruilverkaveling in de jaren 50-60 is de waterhuishouding op Texel behoorlijk veranderd (lees verlaagd) en tot op de dag van vandaag zie je in het landschap een schaalvergroting van percelen, intensievere ontwatering, benutten van overhoekjes, intensiever gebruik van het land enz. enz. Dit alles heeft er toe geleid dat de weidevogels al tijden minder jongen krijgen (door verstoring van nesten), maar vooral dat er minder jongen tot soms geen jongen vliegvlug worden. Doordat weidevogels zo oud worden blijft het effect lange tijd vrijwel onopgemerkt. Maar een keer komt de klap. De afgelopen 10 jaar hebben we gezien dat de populatie van veel soorten weidevogels plotseling versneld terugloopt. De vergrijzing van de populatie doet zijn werk geraffineerd. Wat er dan gebeurt, is als volgt: waar normaal vele weidevogels bij elkaar broeden, kunnen ze elkaar helpen met het beschermen van de nesten. In een gezonde weidevogelpopulatie zal een kraai, Kauw, Buizerd of kiekendief niet zo snel een nest of een jonge vogel pakken. Want door de overmacht in de lucht krijgen predatoren geen kans, die kiezen liever een makkelijker prooi. En als ze een keer wel een kans krijgen dan maakt dat op het totaal niet veel uit.
Nu er nog maar een enkele weidevogel broedt, is er in de lucht geen overmacht en wint de predator steeds vaker het gevecht. Ieder jong dat opgegeten wordt doet pijn.
Dan zijn er nog een paar zaken die de predator in de kaart spelen.
– Door de vergaande intensivering is het bodem- en insectenleven in de weilanden en op de akkers heel anders dan jaren geleden. Dit is geen aanname maar wetenschappelijk aangetoond. Hierdoor hebben jonge weidevogels (als ze al uit het ei komen) het best moeilijk. Op de scholekster na worden jonge weidevogels vanaf dag 1 niet gevoerd door de ouders. De ouders waken alleen maar en de jongen moeten zelf op zoek naar insecten die zich tussen het gras zouden moeten bevinden. Daarnaast moeten ze dekking zoeken als er een predator langs komt. Dit doen ze als de ouders een alarmroep laten horen. Maar als je geen voedsel kan vinden en je hebt veel honger en je ligt al 5 minuten plat op je buik omdat je ouders alarmeren, dan ga je toch weer verder met voedsel zoeken. Ja, dan hang je, want de predator weet dat inmiddels ook wel. Dus jonge weidevogels hebben hun tijd hard nodig om de schaarse insecten te vinden en kunnen niet te lang in dekking gaan. Een gruttokuiken moet in de loop van de dag, van 04.00 tot 22.00 uur, ongeveer 10.000 insecten bemachtigen om in leven te blijven en te groeien. De jonge vogels moeten dus steeds kiezen tussen twee kwaden.
– Dan is er nog iets dat niet echt helpt. Door het steeds intensiever gebruik is het gras eenzijdiger van samenstelling (dit is één van de redenen dat er steeds minder insecten zijn) maar het gras is ook steeds korter en hoe wil je een goede schuilplek vinden in gras dat te kort is. Om je goed tegen predatoren te verbergen is plaatselijk langer gras nodig. Meer variatie in het gras en de afwisseling met kruiden helpen daar enorm bij. Laat het gras tot een meter van de slootkant iets langer en laat zo hier en daar eens een strookje of iets meer) staan.
– Als laatste is er de verstoring. In het boerenland is daar vaak sprake van. Niet altijd kwaad bedoeld, maar wel van invloed op de vogels. Een beetje verstoring is niet zo erg, maar samen met de eerdergenoemde oorzaken is het vaak net te veel. Als iemand in het land loopt of rijdt, dan zijn de ouders in de lucht. Dat is vaak het moment dat de meeuw of kraai toeslaat en snel een nest leeg snoept.
Al met al oorzaken waardoor de predatoren de prooien wel heel gemakkelijk kunnen vangen. En een predator, zeker een kraai, Kauw of roofvogel, is gewoon heel efficiënt. Ze vangen alleen maar prooien die gemakkelijk te pakken zijn. Kost het teveel energie dan zoeken ze verder naar iets anders. Daarom blijft een roofvogel ook nooit lang zoeken op één plek. Dus als er genoeg voedsel voor de jongen is, kunnen ze langer in dekking (als die er al is) blijven en vliegt het gevaar na een paar minuten vanzelf weer verder.
Maar op Texel gelooft de gemeenteraad dat dit allemaal geen rol speelt en dat de predatoren de hoofdoorzaak zijn. Dus als we die bestrijden dan redden we de weidevogels.
Hoe simplistisch wil je het hebben? Het lijkt wel of we nog in de Middeleeuwen leven.
Elders in Nederland maar ook daarbuiten is al lang door experimenten en onderzoek aangetoond dat je predatoren slecht tot niet kan bestrijden. Als er ergens voedsel is dan komen vogels er op af. Kraaien en meeuwen zijn opportunisten. Die leven van alles. Vooral van voer dat wij mensen voor hen laten slingeren. Die weidevogels nemen ze en passant even mee. Dat is voor de kraai, Kauw en meeuw zeker geen hoofdvoedsel, ook dat is allang aangetoond.
Voor de kiekendief en Buizerd ligt dat wat anders. De kiekendief leeft in het voorjaar van kuikens, zijn naam zegt het al. Maar hij zal nooit een soort bedreigen, want hij pakt alleen de kuikens die erg gemakkelijk te vangen zijn. Overigens maken weidevogelkuikens maar een klein deel van het totale menu uit.
Verder hebben de kiekendief en de Buizerd veel last van voedselconcurrentie van een andere predator die hier niet van nature thuishoort: de huiskat. Inmiddels zijn er veel verwilderde huiskatten die zich buiten te goed doen aan vooral Noordse Woelmuizen en andere muizensoorten, waardoor de Buizerd en ook de kiekendief overschakelen op andere prooien, waaronder weidevogels. Ook een kat eet natuurlijk veel kuikens van weidevogels en in de nacht ook volwassen weidevogels.
Dan zien we opeens een hele rare predator in het rijtje staan: de gans. Nu zijn er vele soorten ganzen, maar daar wordt niet over gerept. De gans schijnt op Texel dus een predator te zijn. De definitie van predator is blijkbaar verruimd. Wij hebben nog nooit een gans een weidevogel zien eten.
Als achtergrond wordt genoemd: “Waar een gans zit, zit geen weidevogel”. Dit is de uitspraak die in de gemeenteraad op Texel wordt geslikt als waarheid. Niet gehinderd door kennis van zaken neemt het overgrote deel van de raad dit zonder ruggespraak aan.
Boerenwijsheid of onzin. ONZIN, want juist in de gebieden waar op Texel de hoogste dichtheden weidevogels zitten, zitten ook veel ganzen, zowel in aantal als in soorten. Die twee gaan in zekere zin prima samen. Natuurlijk is in te schatten waar die boerenwijsheid vandaan komt. Als een willekeurige boer naar zijn percelen Engels raaigras kijkt, ziet hij wel ganzen (die voor hem dus erg vervelend zijn), maar geen weidevogels (want die hebben niets meer te zoeken in die droge monoculturen van Engels Raai waar geen insect te vinden is). Dus de simpele gedachte dat ganzen en weidevogels niet samengaan is daarmee verklaard. Daar is geen onderzoek voor nodig… toch? Helaas, het wordt op Texel voor zoete koek aangenomen. Dus bij dezen: de gans is sinds 14 maart 2018 een predator van onze weidevogels en dient dus bestreden te worden (en dat willen veel boeren erg graag).
RAAD: wordt eens wakker, volgens ons worden jullie voor een karretje gespannen!!!
Nu weer terug naar de gemeenteraad van Texel. Helaas heeft de raad van Texel veel besluiten genomen louter en alleen op boerenwijsheid. Op zichzelf is daar niets mis mee, maar in dit geval slaat men de plank echt helemaal mis.
Laten we eerst eens beginnen om de leefomstandigheden, en dan vooral de broedomstandigheden van onze geliefde weidevogels te verbeteren. Er is met cijfers aangetoond dat de weidevogels het in natuurgebieden als Dijkmanshuizen, De Bol en Waal en Burg nog steeds redelijk doen. In deze gebieden zijn niet meer de aantallen uit de jaren 50 en eerder te vinden, maar wel meer dan in de gemiddelde landbouwgebieden. Weidevogels hebben natte terreinen nodig. Terreinen met afwisselende grasvegetatie die niet (overal) te kort is, greppels waar je je in kan verstoppen en waar het natter is, een strook met kruiden langs een akker voor meer insecten en vooral rust. Met deze ingrediënten kunnen we het tij voor de weidevogels misschien nog keren. Onderzoekers en ook de LTO noemen dit natuurinclusieve landbouw. Een prima initiatief!
Dan is er ook nog de steeds terugkerende uitspraak van zo goed als alle Texelse politieke partijen: “We moeten stoppen met het omzetten van landbouw in natuurgebied, er is genoeg natuur.” Dit is een rare uitspraak. Heel lang geleden hebben juist de boeren heel veel natuur op Texel ontgonnen en omgezet in boerenland. Een fractie daarvan is de laatste 20 jaar weer omgevormd naar natuur met als gevolg dat er gelukkig nog kerngebieden voor weidevogels zijn, zoals Dorpzicht, Dijkmanshuizen, de Bol en Waal en Burg. Laten we die gebieden koesteren. Juist in die gebieden kunnen de mensen genieten van de natuur. Waar voorheen (toen het nog landbouwgebied was) niet zoveel te zien was, daar jubelen nu de Veldleeuweriken en de Grutto’s weer. Daardoor komt er ook een ander type publiek naar Texel, publiek waar iedereen blij mee is. Publiek dat graag op boerencampings en op kleinschalige accommodaties verblijft. Dat graag streekproducten afneemt om de regio te helpen. Maar dan moeten ze wel zien dat we wat voor de streek doen. Dus raad, word eens wakker en durf de problematiek objectief te bekijken en laat je niet leiden door de grote schreeuwers die zich beroepen op hun jarenlange ervaring buiten op het land. Leuk die wijsheid, maar de feiten liggen nu eenmaal anders.
Overigens zijn we als Stichting Texel Vogeleiland blij dat de weidevogels en de bescherming ervan in de belangstelling staan. Ook wij hopen dat we met elkaar de weidevogels kunnen redden. Maar wij zijn er, ondersteund door vele onderzoeken en ervaringen, van overtuigd dat dit niet gaat lukken door andere vogelsoorten te vervolgen en als boosdoener aan te wijzen. Laten we eerlijk zijn, wij zelf (mensen) hebben met elkaar de weidevogelstand naar een dieptepunt gebracht. We zullen nu dus ook weer met elkaar wat moeten doen om ze te redden.
Alleen dan blijft Texel een vogeleiland en kunnen we met trots terugdenken aan Jac. P. Thijsse die in 1900 het eiland al zo noemde.
Namens het bestuur van de Stichting Texel Vogeleiland en na overleg met het bestuur van de Vogelwerkgroep Texel.
Marc Plomp